Tbs-behandeling

Behandeling is vrijwillig. Een behandeling kan namelijk alleen succesvol zijn, wanneer iemand gemotiveerd is voor de behandeling. Doel van de tbs-behandeling is het verkleinen van de kans dat een patiënt opnieuw een delict pleegt (recidive). Werkt iemand niet mee aan zijn behandeling, dan zal de kans op recidive niet verminderen. De tbs wordt dan niet beëindigd.

Het uiteindelijke doel van de tbs-behandeling is dat de patiënt op een veilige en verantwoorde manier terugkeert in de maatschappij. Met een vaste woonplaats, werk, een opleiding of andere dagbesteding en een sociaal netwerk.

Belangrijke onderdelen in de tbs-behandeling

  • Delictgerichte fase – hoe voorkomt een patiënt dat hij opnieuw een delict pleegt?
  • Terugvalpreventieplan – hoe voorkomt een patiënt dat hij terugvalt in (oud) ongewenst gedrag?
  • Vroegsignalering – patiënt én medewerkers herkennen tijdig waarschuwingssignalen in (eigen) gedrag van de patiënt om gevaarlijke situaties te voorkomen.
  • Risicotaxaties – is een patiënt klaar voor een volgende stap (verlof)?
  • Verlof – hoe voert de patiënt de geleerde vaardigheden uit in de praktijk?

De gemiddelde behandelduur van een tbs-patiënt (na de gevangenisstraf) is op dit moment ongeveer 8 jaar.

Tbs in een gesloten setting is dwangverpleging

‘Dwangverpleging’ betekent dat de patiënt wordt opgenomen in een gesloten forensisch psychiatrische instelling en dat hij zich binnen die instelling aan de regels dient te houden. Verpleging is verplicht en maakt de samenleving veiliger, doordat de patiënt wordt ingesloten. 

Door de verpleging raakt de tbs-patiënt een aantal rechten uit de grondwet kwijt. Een tbs-patiënt is bijvoorbeeld verplicht zijn urine te laten controleren als daar om gevraagd wordt. Dat is een inperking van het recht op onaantastbaarheid van het lichaam. Tijdens de verpleging behoudt de tbs-patiënt vanzelfsprekend ook rechten. Deze zijn vastgelegd in de Beginselenwet Verpleging Terbeschikkinggestelden (BVT). 

Tbs heeft geen einddatum

Een rechter legt de tbs-maatregel in eerste instantie op voor twee jaar. Daarna kan hij de tbs steeds met één of twee jaar verlengen. Voor elke verlengingszitting adviseren de behandelaars de rechter over het al dan niet verlengen van de tbs-maatregel. Dit verlengingsadvies is altijd gebaseerd op de kans op recidive, op de mate van delictgevaar. 

Heeft de behandeling niet het gewenste resultaat dan kan de tbs-maatregel verlengd worden. Tbs kan daardoor levenslang duren. 

Elke vier jaar adviseren ook twee onafhankelijke gedragsdeskundigen de rechter over het al dan niet verlengen van de tbs-maatregel. Deze gedragsdeskundigen, waaronder een psychiater, zijn niet verbonden aan de instelling waar de patiënt is opgenomen.